15de plaats Kamer, West-Vlaanderen
Kruimelpad
Roeselare, altijd al een centrum van Vlaamse Beweging
In 2021 – in volle coronatijd – vatte ik mijn oude droom op om meer kennis te verzamelen rond de Vlaamse Beweging zoals die zich in al haar aspecten in Roeselare heeft gemanifesteerd. Want wie over de Vlaamse Beweging in Roeselare spreekt, debiteert in een ruk de namen van Gezelle, Verriest en Rodenbach. Alsof dit het begin- en eindpunt zouden zijn van wat zich allemaal in Roeselare heeft afgespeeld. Ik ben zelf geen historicus, alleen een verwoed lezer en altijd op zoek naar nieuwe informatie.
Ja, het was in Roeselare dat de Groote Stooringe zich heeft gemanifesteerd. Het was ook hier dat De Vriendschap bestond, en dat de het eerste provincieraadslid dat de eed in het Nederlands heeft afgelegd heeft geleefd. Het was in dit arrondissement dat het KVNV in 1931 bijna unaniem lid werd van het Verdinaso, dat trouwens in Roeselare zijn eerste landdag hield. Het was hier dat in 1956 de Rodenbachstoet en het Rodenbachjaar een nieuw elan bracht. Het was in Roeselare dat de Volksunie met Mik Babylon doorbrak en er sterke scores neerzette. Maar ook in het sociale en culturele leven was de Vlaamse Beweging hier veel sterker dan elders.
Grote dank aan het stadsbestuur van Roeselare, dat onder impuls van toenmalig schepen voor Cultuur Marc Deseyn, twee belangrijke thesissen over het onderwerp als boek heeft uitgegeven. Dat gebeurde eerst in 1997 met de licentiaatsverhandeling van Filip Boudrez “De Rodenbachstede : bakermat der Vlaamsche Beweging?” over de Vlaamse Beweging te Roeselare tijdens het interbellum, en vervolgens in 2002 met de licentiaatsthesis van Dieter David “Roeselare, centrum van de Vlaamse heropstanding?” over de periode 1944-1968. Ik was in die tijd voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging afdeling Roeselare, en heb toen bijzonder genoten van de voordrachten die beide schrijvers over dit thema kwamen geven.
Ik maakte lijsten op van namen die konden van belang zijn, en waarrond ik een deel van het verhaal kon illustreren. Die lijst was lang, te lang. Er waren ook familieleden van mensen die ik wilde behandelen, die liever niet wilden dat een deel van hun geschiedenis opnieuw werd bovengehaald.
In 2021 en 22 heb zo wandelingen georganiseerd om bekende en minder bekende mensen in het daglicht te stellen. En ook de geschiedenis niet te wissen voor bepaalde zaken. Het was aangenaam en leerrijk.
Mijn lijstje is nog lang niet uitgeput. Ik denk al na over volgend jaar en ben al begonnen met informatie in te zamelen over personen die ik dan zou willen bespreken. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Antoon Desimpelaere, Karel en Arnold Van Tyghem, Leopold Van Herzeele, Hendrik Demoen, Gerda Viaene, Oscar Vandenbroucke, Paul Scharpé, Edward Degryse, Rik De Ghein, Victor Bouckaert, Gerda Van Tyghem, Roger Fieuw, Richard Verhaverbeke, Willem Denys, Julius Delbeke, Alois Bruwier, Firmin Deprez, Jaak Vandenberghe, Marc Donck, Paul Gits, Jules Decoster, Laura Decoene, Patrick Allewaert, Joseph Brouckaert, …
En vooral : ook de personen die op de wandeling in 2021 al zijn besproken, zoals Achiel Denys, Reimond Tollenaere, Berten Catry, Roger Slosse, Alfons Van Coillie …
Het is geen werk dat ik voor mezelf wil doen. Niet bedoeld voor het vinden van de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie. Maar ik wil wel dat de geschiedenis niet helemaal vergeten wordt, en dat ik de informatie over personen en over belangrijke of minder belangrijke gebeurtenissen aan anderen kan doorgeven en hen enthousiast kan maken voor het historische belang van de Vlaamse Beweging in deze stad.